Als de politieke besluiten in het kader van de bezuinigingen op popmuziek niet worden teruggedraaid, is Nederland binnen vijf of tien jaar een “miniem spelertje” op internationaal gebied. De popindustrie moet beter samenwerken om de politiek te overtuigen.
Van Eerdenburg was op 10 april aanwezig bij een speciale hoorzitting over popmuziek in de Tweede Kamer, een initiatief van de SP en de PvdA. Sinds die hoorzitting zijn er nieuwe ontwikkelingen, merkt Van Eerdenburg. “Onderling hebben we als muziekindustrie nu besloten dat we onszelf beter moeten organiseren. Dat is ??n. En twee, denk ik dat politici ook wel gezien hebben dat ze wel degelijk een rol kunnen vervullen, en dat een aantal Kamerleden nu het voortouw neemt om die popmuziek wat serieuzer op de agenda te houden.”
Samenwerking
In het verleden heeft samenwerking tussen verschillende partijen in de popmuziek nooit een rol van belang gespeeld, stelt Van Eerdenburg. “De muziekindustrie heeft een geschiedenis van individualisten die allemaal een beetje voor hun eigen hachje bezig zijn, en elkaar alleen maar opzoeken als ze elkaar nodig hebben”.
Sinds de hoorzitting hebben een aantal mensen binnen de popindustrie echter ingezien dat er intensiever samengewerkt moet worden. “Een paar mensen hebben nu gezegd: ‘Laten we eens wat vaker bij elkaar komen en onze issues nou eens gewoon op papier zetten’. En laten we kijken waar we een gezamenlijke mening over hebben en waar we mogelijk andere belangen hebben. Maar dat we daar in ieder geval eens wat vaker over praten.”
Internationaal
Er moet weer ge?nvesteerd worden in de promotie van Nederlandse popmuziek buiten de landsgrenzen “als we als Nederland serieus genomen willen worden”, zegt Van Eerdenburg. Hij merkt op de grootste internationale congressen voor popmuziek dat er te weinig geld wordt besteed aan de promotie van Nederlandse bands.
Nederland zou een voorbeeld moeten nemen aan de Britten, die popmuziek als belangrijk exportproduct hebben en volgens Van Eerdenburg alleen al aan de stand op het Amerikaanse congres South by Southwest (SXSW) 500.000 pond besteden.
Van Eerdenburg: “Alle Amerikaanse agenten en managers die komen van ‘nou, eens even kijken wat die Engelsen gebracht hebben’. De Nederlanders staan in een of ander rottentje, ergens achteraf. Dat is gewoon een slecht begin, als je het vergelijkt met anderen.”
Competitief
Van Eerdenburg benadrukt het belang van een goede concurrentiepositie: “Je moet competitief zijn, en dat moet ook vanuit de industrie voor een groot gedeelte betaald worden – daar ben ik het ook helemaal mee eens – maar andere landen stoppen er ook wat belastinggeld in, in de vorm van subsidie.”
Hij vervolgt: “Voor ieder product dat Nederland heeft ? bloembollen, kaas, tulpen ? daar zit geld van de overheid achter als een handelsmissie. En dat zou met popmuziek ook moeten.”
Van Eerdenburg is van mening dat Nederland weer een sectorinstituut voor de popmuziek moet hebben. “Dat is opgeheven door de heer Zijlstra in het vorige kabinet. Dat is gewoon slecht.” Daarbij erkent Van Eerdenburg dat het er niet naar uitziet dat het instituut op korte termijn terugkomt.
Bereikbaar
Van Eerdenburg benadrukt dat sinds de hoorzitting de lijntjes tussen de politiek en de popindustrie iets korter zijn geworden. “Je kunt elkaar wel makkelijker vinden. We zijn er een keer met z?n allen geweest, we hebben de e-mailadressen. Een aantal mensen hebben we nog een keer gebeld achteraf en vooraf. Dus je bent bereikbaar en dat is, denk ik, een belangrijk goed.”
Bekijk het interview: http://www.nu.nl/algemeen/3409461/lowlandsdirecteur-pleit-samenwerking-popindustrie.html
??