04 oktober 2013 – door Edgar Kruize
De rechtbank in Den Haag heeft woensdag uitspraak gedaan in de bodemprocedure Sena?vs. Dance-eventorganisatoren. De rechtbank oordeelde dat de evenementhouders over de periode vanaf 2004 geen hoger tarief hoeven te betalen dan clubs. Sena mag echter wel vanaf volgend jaar een percentage van de recette als nieuw tarief hanteren. Markus Bos, algemeen directeur van Sena: “Wij zijn tevreden met de uitspraak in deze zaak, zeker voor zover het de toekomst betreft.”
In de bodemprocedure stonden de tarieven, die organisatoren van dancefestivals met betrekking tot openbaarmaking van muziek moeten afdragen, ter discussie. De rechter heeft bevestigd dat vanaf 2014 een percentage van de recette de meest ge?igende grondslag is om tot een billijke vergoeding te komen. Het percentage dat de rechter daarbij heeft vastgesteld is 1,5%. ?Dat vinden wij wel wat aan de magere kant. Bij een gemiddelde toegangsprijs van 50 euro komt de vastgestelde vergoeding dan uit op 0,75 euro per betalende bezoeker. Bij dance-events waar geen toegangsprijs wordt gevraagd moet 7,5 eurocent per bezoeker worden betaald?, aldus Markus Bos, algemeen directeur van Sena.
?De rechter heeft geoordeeld dat de periode 2004-2013 dient te worden afgerekend op basis van het zogenaamde ?discothekentarief?, zoals werd voorgesteld door de gemeenschappelijke dance-organisatoren. Omgerekend komt dat tarief uit op ruim 10 eurocent per bezoeker. Als gevolg van deze uitspraak zullen clubs en discotheken, wanneer zij dancefeesten organiseren waarvoor een toegangsprijs wordt berekend aan bezoekers, met ingang van 2014 ook 1,5% van de recette af gaan dragen aan Sena.?
In de reactie laat Bos tevens weten dat uit onderzoek is gebleken dat de dancesector jaarlijks goed is voor ruim een half miljard euro en dat grote dance-events in 2011 een economisch belang van 137 miljoen euro vertegenwoordigden, met een aandeel van 46 miljoen euro voor recettes. ?Het is niet meer dan rechtvaardig dat artiesten en producenten, wiens muziek een essentieel onderdeel van het succes van dance-evenementen vormt, hiervoor een eerlijke vergoeding wordt betaald. Gesteund door deze uitspraak kunnen wij hen nu gaan geven waar zij op grond van de Wet op de naburige rechten feitelijk recht op hebben: een vergoeding voor het openbaar gebruik van hun muziek.?
?Wij gaan ervan uit dat de dance-eventorganisatoren de redelijkheid van deze grondslag en het tarief inzien en dat we op korte termijn tot definitieve overeenkomsten kunnen komen, om zodoende weer vooruit te kunnen kijken?, aldus Bos.