Tussen Sena en organisatoren van dance events zoals Awakenings, Extrema en Loveland, sleepte al jaren een conflict over de afdracht voor de muziek die dj’s in hun set gebruiken. Het gaat hier over de prijs voor het laten horen van muziekopnamen waarvoor Sena namens de uitvoerende artiesten mag incasseren, de zogeheten ‘naburige rechten’. Sena wilde de festivals veel meer laten betalen dan vergelijkbare clubs. De festivals, verenigd in de VVEM, verzetten zich daartegen. Op 2 oktober 2013 deed de rechter uitspraak. Een beknopt overzicht van de uitspraak en hoe het verder gaat.
Dancefeest binnen en buiten gelijk
Dance events binnen en buiten moeten gelijk behandeld worden. Daarover is de rechter duidelijk. Sena wilde vanaf 2004 aan de dancefestivals een hoger tarief opleggen dan aan clubs, maar dit gaat met terugwerkende kracht niet door. Volgens de rechter is dit in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Over de periode 2004 – 2013 betalen de festivals hetzelfde tarief als de clubs. Dit tarief wordt gebaseerd op het zogeheten ?discothekentarief? dat via een staffel berekend wordt in de vorm van een bedrag per vierkante meter. Voor de genoemde periode moeten dus ook de vierkante meters van de festivals berekend worden.
Vanaf 2014 percentage van recette
Vanaf 2014 mag Sena een nieuw tarief hanteren, gebaseerd op een percentage van de recette. De rechter vindt een percentage van 1,5% realistisch, dit is v??r aftrek van collectiviteitskortingen en dergelijke. Bij de door de rechter gehanteerde gemiddelde entreeprijs van 50 euro, betekent dit een gemiddelde afdracht van 75 eurocent per bezoeker. Uitgangspunt is verder dat deze vergoeding geldt bij 70% of meer gebruik van het Sena repertoire. Deze door de rechter vastgestelde 1,5% is het laagste tarief van de door Sena gevorderde tarieven.
In beginsel nog geen monitoring
Over welk percentage muziek moeten de organisatoren aan Sena afdragen? Sena claimt dat het gemiddeld 70% van de gedraaide platen betreft. De festivals denken dat dit percentage lager ligt en zelfs minder kan zijn dan 50%. Het verschil zit in Amerikaans materiaal en materiaal dat niet commercieel verkrijgbaar is, zoals unreleased edits en white labels. De rechter oordeelt dat als de festivals kunnen aantonen dat het muziekgebruik onder de 70% gebruik van het Sena repertoire zit, zij ook minder aan Sena hoeven te betalen. In dat geval zal de afdracht lager zijn. Sena hoeft vooralsnog dus niet te monitoren, zoals BUMA/STEMRA bijvoorbeeld wel doet. Monitoring van de festivals kan bijvoorbeeld door alle sets op te nemen. Vraag blijft hoe Sena zonder monitoring aan de juiste rechthebbenden denkt te kunnen uitkeren.?
Sena en BUMA/STEMRA
Sena int het geld voor de naburige rechten van muziek, bestemd voor de uitvoerende artiesten van de muziekopname. Sena is het kleinere broertje van BUMA/STEMRA, de organisatie die incasseert voor de auteursrechten. BUMA/STEMRA neemt zelf de verantwoordelijkheid voor monitoring van festivals, in de praktijk uitgevoerd door het bedrijf DJ Monitor. Hiermee kan haast tot op de seconde bepaald worden welke tracks gedraaid worden en hoeveel afgerekend moet worden.
Onderhandelingen
De partijen zullen aan de onderhandelingstafel gaan zitten om de details in te vullen en om te proberen redelijke afspraken voor de komende jaren te maken. Bijkomende factor is wellicht dat de clubs nu ook partij worden. De gelijke behandeling in combinatie met de 1,5% recette (zonder kortingen) zou voor de clubs mogelijk tot een verhoging van de afdracht kunnen leiden.