De situatie rond het rookverbod voor poppodia en culturele instellingen is nog steeds niet helder. Siebe Weide van de Vereniging voor Nederlandse Poppodia spreekt van een soort vacuum. \”Onze leden verkeren in onzekerheid. In popzalen wordt gerookt. Dat is altijd zo geweest, iedereen wist dat, en daar heeft nooit iemand van gezegd dat het niet zou kunnen. Maar omdat in de nieuwe Tabakswet voor het eerst expliciet instellingen voor Kunst en Cultuur werden genoemd, zijn de poppodia zich bedreigd gaan voelen. Ze komen in grote moeilijkheden als er zonder meer een rookverbod zou gaan gelden, zoals de vorige minister van plan was. We hebben gewezen op de problemen met de handhaving, de rechtsongelijkheid ten opzichte van andere uitgaansgelegenheden met live muziek, de financiële aderlating die voor ons dreigt. Dat oorspronkelijke plan is gelukkig niet doorgezet. Tegelijk blijft er onduidelijkheid bestaan, omdat er nog geen Algemene Maatregel van Bestuur ligt waarin we als poppodia uitgezonderd worden.\”

Na de commotie van vlak voor de zomer over het voorgenomen rookverbod in popzalen, werd er weinig meer over dit plan vernomen. Toch is er half september een Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het Staatsblad gepubliceerd dat hierop betrekking heeft. Nader overleg met de sector of enige toelichting heeft echter nooit meer plaatsgevonden, zegt Siebe Weide, ook niet na aandringen bij Minister Bomhoff. Weide stuitte min of meer toevallig op het besluit omdat hij op een mailinglijst staat van VNO-NCW.

Dat de situatie niet erg helder is, is ook de voorlopige conclusie van de jurist Willem Westermann van de VVEM, die de wet- en regelgeving op een rij heeft gezet. Hij schetst de sitiuatie voor de poppodia als volgt. Popzalen vallen volgens hem onder artikel 11a lid 4 van de Tabakswet, tenzij ze gesubsidieerd worden door de overheid. Hoe groot het aandeel subsidie moet zijn tegenover het aandeel eigen inkomsten staat echter niet gespecificeerd. Men kan er dus van uit gaan, dat art. 11a lid 4 geldt voor poppodia, omdat subsidie in principe volledige subsidie betekent. Dit artikel 11a lid 4 is al ingevoerd en geldt nu al.

Echter. Artikel 11a, Lid 4 regelt dat in bepaalde, bij Algemene Maatregel van Bestuur aan te wijzen categorieën gebouwen die voor het publiek toegankelijk zijn, de beheerder moet regelen dat er geen hinder of overlast voor gebruikers van de voorzieningen en voor de werknemers is. Waar het om gaat is of de popzalen vallen binnen zo\’n in een Algemene Maatregel van Bestuur aangewezen categorie. De AMVB die momenteel geldt, is volgens Westermann die van 28 december 1989. Na die datum is er namelijk geen nieuwe meer verschenen. In de AMVB van 1989 worden popzalen niet met name genoemd, en zij vallen ook niet onder de in de Welzijnswet 1994 aangehaalde categorieën.

Dit betekent dat het wachten is op een plan van regering of parlement om een AMVB te maken of te wijzigen, waarin dan definitief duidelijk zou moeten worden dat popzalen/evenementenlocaties worden uitgezonderd. Reden voor de VNP, VVEM en andere organisaties om deze uitzonderingspositie voor hun leden met kracht te bepleiten!

Onderwerpen